Schoonmaken voorkomt ziekte!
In vuil en stof kunnen ziekteverwekkers zitten, zoals bacteriën en virussen. Door schoon te maken, haal je ook deze ziekteverwekkers weg. Hierdoor maak je de kans op ziekte kleiner.
Bron RIVM
Hoe moet ik schoonmaken?
Om goed schoon te maken, moet je eerst droog schoonmaken en daarna nat. Droog schoonmaken is stofzuigen en afstoffen.
Dweilen of afnemen met een vochtige doek is nat schoonmaak. Denk tijdens het schoonmaken aan twee belangrijke regels:
Werk van schoon naar vies: Begin op minder vuile plaatsen. Zo worden de spullen waarmee je schoonmaakt minder snel vies. Begin bijvoorbeeld in de woonkamer, maak dan de keuken schoon en als laatste de wc.
Werk van hoog naar laag: eerst bovenop kasten, dan tafels en vensterbanken en als laatste de vloer. Zo valt stof en vuil niet op een plek die al schoon is.
Maak na het schoonmaken je schoonmaakspullen goed schoon. Haal stof van de stofzuigermond, spoel emmers om en gooi doekjes en dweilen weg of was ze op 60 °C. Laat ze daarna drogen.
Waarmee moet ik schoonmaken?
Er zijn veel soorten schoonmaakmiddelen te koop. Volg bij schoonmaakmiddelen wel de gebruiksaanwijzing op het etiket.
Hoe vaak moet ik schoonmaken?
Hoe vaak je moet schoonmaken is persoonlijk. Sommige mensen willen iedere dag stofzuigen. Anderen vinden wekelijks schoonmaken voldoende. Daar zijn eigenlijk geen regels voor, maar wel goede tips:
Wordt een plek snel vies, maak deze dan vaker schoon. Plekken die snel vies worden zijn bijvoorbeeld de wc en de vloer. Dingen die mensen veel aanraken worden ook snel vies. Bijvoorbeeld deurklinken, lichtknoppen, trapleuningen en kranen. Het rooster in je afzuigkap of de ruimte bovenop kasten zijn voorbeelden van plekken die minder snel vies worden. Deze moet je wel af en toe schoonmaken, maar niet elke schoonmaakbeurt.
Maak vaker schoon als er iemand in huis ziek is. Dit is vooral belangrijk als de zieke een besmettelijke ziekte heeft, zoals griep of buikgriep. Besmettelijke ziektes krijg je door ziekteverwekkers, zoals bacteriën en virussen.
Wat zijn ziekteverwekkers?
Met het woord ziekteverwekkers bedoelen we alle micro-organismen die ziekte bij mensen kunnen veroorzaken. Deze micro-organismen zijn vaak zo klein, dat je een microscoop nodig hebt om ze te kunnen zien. Er zijn verschillende soorten ziekteverwekkers. De meeste besmettelijke ziekten worden veroorzaakt door bacteriën of virussen.
Waar zitten deze ziekteverwekkers?
Ziekteverwekkers kunnen op allerlei plekken zitten. Bijvoorbeeld op tafels, vloeren, deurklinken en de wc. Deze ziekteverwekkers kunnen er ook zijn als niemand in je huis ziek is. Maar als er wel iemand ziek is, is de kans hierop groter.
Hoe word je daar ziek van?
Als ziekteverwekkers in je lichaam komen, kun je ziek worden. De meeste ziekteverwekkers komen via de mond of je neus je lichaam binnen. Dit kan op verschillende manieren gebeuren.
Voorbeelden:
Met je handen raak je een deurklink aan waar ziekmakende bacteriën op zitten. Nu zitten deze bacteriën ook op je handen. Vervolgens stop je met je handen eten in je mond. De bacteriën op je handen komen nu in je mond.
Er zitten ziekteverwekkers in het stof op de vloer. De deur gaat open en het stof dwarrelt op. De ziekteverwekkers komen nu vrij in de lucht. Bij het inademen komen ze via je neus in je lichaam.
Schoonmaken voorkomt ziekte
Je kunt niet helemaal voorkómen dat je ziekteverwekkers binnen krijgt. Maar je kunt dit risico wel kleiner maken. Goed schoonmaken helpt hierbij. Bij het schoonmaken haal je ziekteverwekkers weg. De kans dat je ze op je handen krijgt of inademt wordt daardoor kleiner. Zo voorkomt schoonmaken ziekte.